Uitspraak van de maand maart 2024
Deze zaak betreft een deels gegronde klacht tegen een psychotherapeute, ook geregistreerd als gz-psycholoog. De klacht werd ingediend door de bestuurder van de zorginstelling waarin de psychotherapeute werkte en waarvan zij medebestuurder was. De klacht omvat meerdere onderdelen, waaronder het aangaan van een affectieve relatie met een (ex-)cliënt, onjuiste omgang met diens dossier, het zich onterecht uitgeven als geregistreerd supervisor schematherapie en schending van de privacy van cliënten van de zorginstelling.
De situatie
De bestuurder en de aangeklaagde collega zijn beiden gz-psycholoog/psychotherapeut. In juni 2020 richtten zij samen een instelling op: een expertisecentrum voor de behandeling van patiënten met angst- of psychotrauma gerelateerde klachten. Ze werden eigenaar en bestuurder. Het centrum had ook een opleidingsfunctie. In november 2021 trok aangeklaagde psychotherapeute zich terug als (mede-)bestuurder en gz-psycholoog/psychotherapeut en begon een eigen praktijk.
In januari 2020 kwam de heer X in behandeling bij de aangeklaagde psychotherapeute. Deze behandeling werd is september 2020 overgedragen aan een collega maar psychotherapeute bleef nog wel zijn regiebehandelaar. Vanaf januari 2021 wordt de heer X door haar als zzp-er ingehuurd om klussen te doen voor de instelling. Eind april 2021 heeft de aangeklaagde psychotherapeut met bestuurder een gesprek waarin zij zegt dat zij een relatie wil aangaan met de heer X, haar voormalige cliënt. Over het precieze begin alsook over de precieze aard van de relatie verschillen partijen van mening.
De voorzitter van de (informele) Raad van Toezicht doet twee meldingen bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de relatie van de psychotherapeute met de heer X: één wegens geweld in de zorgrelatie en één wegens ernstig tekortschieten in functioneren. De IGJ verzoekt de instelling een onderzoek in te stellen, maar dat komt niet van de grond. Daarom doet de IGJ zelf onderzoek en brengt op 23 december 2022 haar rapport uit. In dat kader is er gesproken met de betreffende psychotherapeute, de bestuurder en de heer X. De inspectie meldt in het rapport dat zij door tegenstrijdige verklaringen niet kan “vaststellen dat er sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag of geweld in de zorgrelatie door de zorgverlener (verweerster, toevoeging college).” Wel concludeert de IGJ onder meer: “Voor de inspectie staat vast dat er in ieder geval een zakelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen de zorgverlener en cliënt, aansluitend aan de directe behandelrelatie. Dergelijke zakelijke en persoonlijke contacten met een cliënt, tijdens of direct volgend op een behandelrelatie staan op gespannen voet met de hiervoor aangehaalde professionele normen" [de beroepscodes voor psychologen en psychotherapeuten; toevoeging college].
Naar aanleiding van aanvullende informatie die de bestuurder over de relatie heeft verkregen, deed de bestuurder in maart 2023 een derde melding bij de IGJ. Deze wacht op het moment van de tuchtzaak nog op behandeling door IGJ.
De bij het tuchtcollege ingediende klacht omvat acht klachtonderdelen:
Volgens de bestuurder heeft de psychotherapeut onjuist gehandeld, omdat zij:
a) een affectieve relatie is aangegaan met een cliënt (de heer X) tijdens of direct aansluitend aan de behandeling;
b) de betreffende cliënt als klusjesman heeft aangesteld bij de zorgstelling waar zij werkzaam was;
c) het onderzoek heeft gefrustreerd van de onderzoekscommissie die op verzoek van de IGJ naar aanleiding van de gedane meldingen ingesteld diende te worden;
d) gegevens uit het dossier van de heer X heeft verwijderd en veranderd, en onnodig en zonder grond inzage heeft genomen in diens dossier;
e) zich openlijk heeft uitgegeven als geregistreerd/erkend supervisor schematherapie, terwijl zij dat niet was;
f) een urgentieverklaring ten behoeve van de heer X heeft opgesteld voor het verkrijgen van een woning;
g) het schenden van de privacy van een cliënt van de bestuurder;
h) het schenden van de privacy van cliënten door na haar vertrek de medische gegevens van alle cliënten van de zorginstelling naar zichzelf te sturen.
Oordeel
Het tuchtcollege komt tot het oordeel dat de klachtonderdelen a, b, d, e en f gegrond zijn en legt als maatregel een onvoorwaardelijke schorsing van drie maanden op. Het tuchtcollege oordeelt dat de psychotherapeute, door vrijwel direct na beëindiging van de behandeling zowel een zakelijke als een persoonlijke relatie met een ex-cliënt aan te gaan, in strijd heeft gehandeld met de Beroepscode voor psychotherapeuten. Verder heeft de psychotherapeute erkend dat zij onder andere werkaantekeningen uit het dossier van deze (ex-)cliënt heeft verwijderd. Voor zover het daarbij zou gaan om persoonlijke werkaantekeningen, zoals de psychotherapeute stelt, oordeelt het college dat wanneer dergelijke gegevens (tijdelijk) aan het dossier worden toegevoegd, zij dezelfde bescherming als andere dossiergegevens verdienen en zij niet zonder meer uit het dossier kunnen worden verwijderd. Het college acht de gegrond verklaarde klachtonderdelen ernstige misstappen waarbij de psychotherapeute er geen blijk van heeft gegeven voldoende inzicht te hebben in het kwalijke van haar handelen. Ook het belang van het correct naleven van basale regels over de omgang met het dossier en het afgeven van verklaringen lijkt zij onvoldoende te hebben geïnternaliseerd.
- De uitspraak: klachtonderdelen a, b, d, e en f gegrond zijn en legt als maatregel een onvoorwaardelijke schorsing van drie maanden op
- Maatregel: (voorwaardelijke) schorsing voor de duur van drie maanden.
- Datum uitspraak: 22 december 2023.
- Lees hier de volledige uitspraak.
Toelichting door de NVP
De Beroepscode voor Psychotherapeuten zegt over het aangaan van een relatie anders dan een behandelrelatie:
Artikel II.1.1 De psychotherapeut zal gedurende de behandeling geen andere relatie dan een behandelingsrelatie met de cliënt hebben.
Tevens impliceert deze bepaling dat, gedurende de behandeling, het optreden van de psychotherapeut in de relatie tot zijn cliënt geen ander doel dient dan dat van de behandeling.
Artikel II.1.3 Bij het aangaan van een persoonlijke relatie na afloop van de professionele relatie zal de psychotherapeut steeds het belang van de cliënt respecteren in die zin, dat hij zich ervan vergewist dat de eerdere professionele relatie geen onevenredige betekenis meer heeft. Zo nodig kan hij bij toetsing van zijn optreden, bijvoorbeeld bij een door een voormalige cliënt ingebrachte klacht, aannemelijk maken dat hij zich van het bestaan van deze mogelijkheid rekenschap heeft gegeven.
Artikel II.5.1 De psychotherapeut gaat geen seksuele relatie aan met zijn cliënt tijdens of direct aansluitend aan de professionele relatie (zie ook art. II.1.3).
In de Beroepscode voor Psychotherapeuten wordt bij artikel II.5.1 (p. 17) geen termijn genoemd voor een afkoelperiode. Ook in de jurisprudentie gaat het niet om de duur van de afkoelingsperiode, maar steeds om de vraag in hoeverre de eerdere behandelrelatie doorklinkt in de persoonlijke (seksuele) relatie daarna. Bepalend is of er sprake is van ‘enige vorm van op de vroegere behandelrelatie terug te voeren afhankelijkheid’. Dat is ook het juridisch criterium. Zie o.a. http://www.gzr-updates.nl/commentaar/GZR_2018_0004.pdf
Zoals ook bij deze zaak het geval is is er bij ernstig grensoverschrijdend gedrag vaak sprake van verwijtbaar handelen op meerdere vlakken.
Enkele eerdere uitspraken van de maand over grensoverschrijdend gedrag tijdens of na afsluiting van de behandeling:
- Uitspraak van september 2022: schorsing wegens grensoverschrijdend gedrag
- Uitspraak van de maand juli 2023
- Uitspraak van de maand mei (1) 2019
Over de rubriek
In 'de uitspraak van de maand' geven we een korte samenvatting van een tuchtzaak die recent of soms al wat langer geleden door het tuchtcollege is behandeld. De uitspraken kunnen een voorbeeldfunctie hebben en dienen als leidraad voor beroepsmatig handelen in situaties die vaker voorkomen. U kunt de zaken gebruiken bij intervisie of zelf uw kennis van beroepsethiek op een bepaald gebied vergroten.
-
Alle uitspraken zijn terug te vinden op onze website en alleen zichtbaar voor leden na inloggen op de ledennet.
-
De Beroepscode voor psychotherapeuten (2018) (pdf) is een onmisbare leidraad voor het beroepsmatig handelen van iedere psychotherapeut. Door aanpassingen in wet- en regelgeving hebben we enkele wijzigingen Beroepscode (pdf) op een een rij gezet