Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVP Website ledencontent.
Voor psychiaters die ingeschreven willen worden in het BIG-Register Psychotherapeut, geldt een vrijstellingsregeling. Psychiaters kunnen in aanmerking komen voor een psychotherapieregistratie op voorwaarde dat de aanvrager voldoet aan de actuele eisen voor de registratie als psychotherapeut. Dit betekent dat de registratie als psychiater niet langer dan 10 jaar geleden is gehaald en de aanvrager aan alle actuele PT-eisen voldoet zowel qua omvang en inhoud van het cursorisch als het praktijkonderwijs. Alle verzoeken lopen via RINO Zuid in samenwerking met RINO Amsterdam.
Vanaf 2022 kunnen zorgverleners in de ggz weer een tolk inschakelen en hiervoor vergoeding aanvragen. Voorheen zat de toeslag voor de inzet van een talentolk verwerkt in de tarieven. Zorgaanbieders die veel cliënten hadden die de Nederlandse taal niet machtig waren, maakten bovengemiddeld veel kosten en konden hierdoor soms niet uit met de tarieven. Dat wordt met de uitbreiding van de toeslag voor de tolk gebarentaal nu opgelost.
Voor meer informatie: NGTV :: Tolken in de GGZ
Vrijgevestigde NVP-leden kunnen gebruikmaken van onze klachtenmogelijkheden. Hiermee voldoet u aan de verplichtingen die de wet stelt.
Sinds 1 januari 2017 is de Wet kwaliteit, klachten en geschillenzorg (Wkkgz) van kracht. en is het verplicht om een onafhankelijke klachtenfunctionaris in te stellen. De wet verplicht daarnaast de aansluiting bij een geschillencommissie die naast klachten, ook claims kan afhandelen.
Werkzaamheden verricht in instellingsverband vallen niet onder de regeling.
Alle informatie over de nieuwe beroepenstructuur vindt u in ons dossier Beroepenstructuur
De opleiding tot psychotherapeut is in handen van opleidingsinstellingen die daartoe door de minister zijn aangewezen. U kunt zich aanmelden voor de opleiding tot psychotherapeut bij een van de opleidingsinstellingen. Meer informatie en adressen vindt u hier.
De opleiding duurt vier jaar (in deeltijd) en bestaat uit theorie, praktijkstages en supervisie (begeleiding) door een ervaren therapeut. Voor degenen die reeds een registratie hebben als gz-psycholoog duurt de opleiding 3 jaar.
Let op: er zijn in Nederland diverse opleidingsinstellingen die suggereren dat zij opleiden tot het beroep psychotherapeut. Eén daarvan is de Nederlandse Academie voor Psychotherapie (NAP). Deze opleiding leidt niet op tot BIG-geregistreerd psychotherapeut.
Het ECP, oftewel Eurocertificaat voor psychotherapie, is een diploma dat is ingesteld door en wordt uitgereikt door de European Association for Psychotherapy (EAP) en haar Nederlandse tak de Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP).
Uitspraken vanuit NAP-kringen dat men bezig is het beroep psychotherapeut op Europees niveau te zullen regelen, waarbij het ECP-certificaat de standaard zal moeten zijn voor de regeling van het beroep in de Europese wet, zijn al meer dan 15 jaar te horen. Binnen de Europees Unie bestaat geen systeem van onderlinge automatische erkenning van getuigschriften en diploma’s op het gebied van de psychotherapie. Er is ook geen sprake van dat zo’n systeem er zal komen. Dit betekent dat het European Certificate for Psychotherapy (ECP) in Nederland geen toegang geeft tot het BIG-register van psychotherapeuten.Het ECP is ingesteld door enkele beroepsorganisaties in een aantal Europese landen. Het certificaat houdt geen verband met Europese wet- en regelgeving of met de Wet BIG.
Dossiervoering is een wettelijke verplichting, vastgelegd in de Wet op Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Volledigheid van het dossier is tevens van belang voor het geval dat een andere hulpverlener de behandeling van een cliënt vanwege plotseling overlijden van de therapeut of om welke reden dan ook moet overnemen. Deze dient dan over voldoende gegevens te kunnen beschikken. In het dossier moeten in ieder geval de basisgegevens opgenomen worden. Bij een psychotherapeutische behandeling gaat het daarbij om de volgende zaken:
- personalia en andere voor de behandeling relevante gegevens;
- de verwijsbrief;
- de door de cliënt gepresenteerde hulpvraag;
- de bevindingen van het klinische interview;
- (hetero)anamnese; - (structurele en descriptieve) diagnostiek;
- gegevens over medicijngebruik;
- een door de cliënt geaccordeerd behandelplan, met daarin:
• een diagnose casu quo een duidelijke omschrijving van de problematiek of stoornis,
• behandeldoel(en), de aanpak casu quo methode om tot het behandeldoel te komen,
• voorlopige frequentie van de afspraken en de te verwachten duur van de behandeling;
- afspraken die met de cliënt worden gemaakt (onder andere over afzeggen afspraken, de betaling, waarneemregeling, enzovoort);
- data afspraken (alsmede e-mail- en/of telefonisch contact tussendoor);
- verslaglegging voortgang en beloop van de behandeling ;
- eventuele latere wijzigingen van (onderdelen van) het behandelplan;
- aantekeningen van gesprekken en bevindingen van bij name genoemde andere hulpverleners die bij de behandeling zijn betrokken;
- informatieverstrekking: vermelden dat en wanneer er een duidelijke omschrijving is gegeven van de behandeling, informatie is gegeven over de eventuele wachttijd en doorlooptijd, de hoofdlijnen van de Beroepscode voor psychotherapeuten, de klachtenregeling, de kosten voor de cliënt, enzovoort;
- door de cliënt gegeven instemming met de diagnose, toestemming voor uitvoering van het behandelplan, toestemming voor eventueel opvragen of verstrekken van informatie en toestemming voor verstrekken van wettelijk verplichte informatie aan de zorgverzekeraar in verband met de vergoeding op basis van de Zorgverzekeringswet;
- gegevens van tussentijdse evaluaties en eindevaluatie;
- gegevens over nazorg en verwijzing;
- afschriften van alle verzonden en ontvangen correspondentie met/over de cliënt.
Een psychotherapeut met een eigen praktijk is wettelijk verplicht een waarneemregeling te treffen. Deze verplichting vloeit voort uit de plicht tot continuïteit van zorg en het kunnen uitoefenen van de wettelijke patiëntenrechten, zoals omschreven in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Vaak is het ook verplicht gesteld in de contracten van de zorgverzekeraars. Een waarneemregeling is er voor vakantieperioden maar bijvoorbeeld ook tijdens ziekte. In het rapport van de inspectie worden waarnemingsregeling en dossieroverdracht genoemd als ontwikkelpunten voor met name kleine praktijken.
In het verlengde van de waarneemregeling moet een vrijgevestigde psychotherapeut schriftelijk regelen waar en door wie zijn dossiers bewaard worden, voor het geval hij door overlijden of een tijdelijke of blijvende absentie niet (langer) in staat is het dossier te beheren. Deze verplichting vloeit voort uit de bewaarplicht, de verantwoordelijkheid voor de continuïteit van zorg en de wettelijke patiëntenrechten, zoals vastgelegd in de WGBO. In die situatie moeten een of meer vakgenoten de professionele werkzaamheden overnemen dan wel afronden. Tegenover de cliënten en oud-cliënten houdt deze verantwoordelijkheid in dat zij worden geïnformeerd over:
1. het overlijden van de psychotherapeut of een andere reden van beëindiging praktijkvoering zonder dat de psychotherapeut hen daar zelf over heeft kunnen informeren.
2. de plaats waar hun dossiers zich bevinden en met wie zij daarover contact kunnen opnemen;
3. tot wie zij zich kunnen richten om te kunnen worden doorverwezen voor voortzetting van de behandeling.
Bij het aanschrijven van oud-cliënten moet eerst worden nagegaan of zij nog op het adres wonen dat in hun dossier is vermeld. De cliënten zullen in de gelegenheid gesteld moeten worden het dossier op te halen of (aangetekend) toegestuurd te krijgen en zelf te bewaren. Naast hun recht op inzage en afschrift kunnen zij ook kiezen voor een vernietiging van het dossier.
Ook verwijzers, zorgverzekeraars, collega’s in de regio, de regionale inspectie en beroepsverenigingen moeten geinformeerd wrorden over de opvolging of de getroffen regeling inzake de dossiers. Wanneer een behandeling van een cliënt wordt voortgezet door een andere hulpverlener dient het dossier door de aangewezen vakgenoot – met toestemming van de cliënt – aangetekend per post te worden verstuurd aan de nieuwe behandelaar. De bewaarplicht van de vrijgevestigde psychotherapeut gaat dan over op de opvolger.
Als de achterblijvende partner van de psychotherapeut de dossiers in een afgesloten kast bewaart, dient hij of zij een beroep te doen op de psychotherapeut die het beheer voert over het archief om de uitoefening van het inzagerecht te begeleiden. De voorkeur gaat echter uit naar een bewaarplaats in een professionele omgeving die recht doet aan de voorwaarden met betrekking tot het beroepsgeheim en beveiliging van de gegevens.
Iedere vrijgevestigde psychotherapeut is zelf verantwoordelijk om tijdig maatregelen te treffen voor de continuering van zorg die een cliënt van hem mag verwachten. Als bij een overlijden niets vooraf is geregeld, dienen de achterblijvende partner of erfgenamen zich in te spannen om een vakgenoot – bijvoorbeeld de collega(e) met wie een waarneemregeling is getroffen of een collega uit de intervisiegroep – bereid te vinden om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Deze regelgeving (2016) is vastgelegd in het document Landelijke samenwerkingsafspraken tussen huisarts, generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ.
Er zijn 2 situaties:
-De geheimhoudingsplicht geldt niet ten opzichte van zorgverleners die rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst betrokken zijn. Dit geldt ook voor vervangers van de psychotherapeut, bijvoorbeeld in het kader van een waarneemregeling. Huisartsen zijn rechtstreeks betrokken indien zij in het kader van de betreffende psychotherapeutische behandeling bijvoorbeeld medicijnen voorschrijven.
- In veel gevallen zijn huisartsen, ook als zij verwijzer zijn, niet rechtstreeks bij de psychotherapeutische behandeling betrokken.
In dit geval is voor de ggz regelgeving van kracht over wanneer en over welke punten overleg met en rapportage aan de huisarts, op voorwaarde dat de cliënt (of wettelijke vertegenwoordigers) hiervoor toestemming geeft (geven).
De rapportage betreft feitelijke informatie zoals contactgegevens regiebehandelaar, diagnose, behandeldoel, gekozen behandelmethode, frequentie behandelcontacten, herstel bereikt en/of nazorg gewenst.
De informatie dient te worden beperkt tot wat voor het doel van de informatieverstrekking noodzakelijk is (art. III.3.1.1 van Beroepscode voor psychotherapeuten).