Waar moet een lerend netwerk aan voldoen?
In het Kwaliteitsstatuut 4.0 wordt gesproken over een lerend netwerk. Waar moet een lerend netwerk aan voldoen?
In het Kwaliteitsstatuut 4.0 wordt het belang van goede zorg, door samen leren en verbeteren, benadrukt. Reflecteren en het meenemen van perspectieven van collega’s is hierbij essentieel. Zeker op die cruciale momenten wanneer de zorg niet verloopt zoals in het behandelplan is vastgelegd. Het lerend netwerk wordt gezien als voorwaarde om door reflecteren en kennisdelen kwaliteit van zorg te waarborgen. Daarom moeten alle regiebehandelaren participeren in een lerend netwerk
Kwaliteitseisen
- Minimaal 2 x per jaar reflecteren in een lerend netwerk
- Met minimaal 4 andere regiebehandelaren
- Bespreekpunten zijn b.v. casuïstiek, complicaties, benchmarks, kwaliteit van indiceren en coördineren en inhoudelijke thema’s.
Organiseren van het lerend netwerk
Er wordt onderscheid gemaakt in drie groepen aanbieders:
- Zelfstandig werkende zorgverleners (groep 1)
- Zorgaanbieders met 2 tot 50 zorgverleners (groep 2)
- Zorgaanbieders met meer dan 50 zorgaanbieders (groep 3)
Groep 1 vormt met beroepsgenoten een eigen lerend netwerk of sluiten zich aan bij een zorgaanbieder.
Groep 2 en 3 maken lerende netwerken mogelijk voor de eigen regiebehandelaren. Kleine zorgaanbieders verbinden zich aan een andere zorgaanbieder. Grote zorgaanbieders organiseren één of meerdere netwerken binnen hun eigen organisatie.
Als de regiebehandelaar zowel indicerend als coördinerend regiebehandelaar is, zijn consultatieafspraken op casusniveau noodzakelijk binnen het eigen lerende netwerk.
Zie Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ 4.0, 3.9.1
Meer informatie
- Akwa GGZ biedt ondersteuning aan lerende netwerken: ggznetwerken - Akwa GGZ