Eisers Vertrouwen in de GGZ mogen procederen
De cliënten, behandelaren en maatschappelijke organisaties van actiegroep Vertrouwen in de GGZ mogen van de rechtbank doorgaan met de procedure tegen de NZa. Vorig jaar startte de actiegroep een rechtszaak wegens het opeisen van intieme vragenlijsten over GGZ-cliënten. De NZa stelde toen dat geen van deze partijen gerechtigd zou zijn de rechtszaak te voeren. De rechtbank heeft nu in haar uitspraak alle partijen van de coalitie ontvankelijk verklaard.
De uitspraak volgt na de zitting op 22 mei 2024 bij de rechtbank Utrecht, die enkel draaide om de vraag of de partijen die zich hebben verenigd onder de coalitie “Vertrouwen in de GGZ” ‘ontvankelijk’ zijn. Ontvankelijk zijn betekent dat je als persoon of partij gerechtigd bent om een zaak voor te leggen aan de rechter.
Vervolg
De eerstvolgende stap in de rechtszaak is de mondelinge behandeling, die zal plaatsvinden tijdens een nog te plannen zitting. Daarin staat de vraag centraal of het opeisen van de HONOS+-vragenlijsten door de NZa rechtmatig is. Vertrouwen in de GGZ stelt in haar dagvaarding dat dat de regelgeving waarin de NZa de aanlevering van deze vragenlijsten verplicht stelt, in strijd is met het recht op privacy van patiënten en een onrechtmatige doorbreking vormt van het medisch beroepsgeheim.
Tijdens de mondelinge behandeling krijgen Vertrouwen in de GGZ en de NZa de gelegenheid om hun argumenten voor de laatste maal uiteen te zetten en zal de rechtbank beide partijen ondervagen. Na deze zitting zal de rechtbank een eindoordeel vormen.
De mondelinge behandeling zal naar verwachting tussen november 2024 en maart 2025 worden gehouden.